vierkantswortel

Wortelen of wortels?

Dat ligt deels aan de betekenis, zoals je kunt zien aan de definite van de Van Dale hieronder.

Zowel ‘wortelen’ als ‘wortels’ kan, wanneer je spreekt over ondergrondse delen van een plant, oorzaken en penen. (Zie 1, 2 en 3.) Wanneer je met ‘wortel’ een rekenkundig getal of afstamming bedoelt, is alleen het wortels als meervoud correct.
wor·tel de; m
1 -s, -en, deel van de plant dat in de grond dringt en water opzuigt: ~ schieten; a) wortels krijgen; b) inburgeren
2 -s, -en, oorzaak
3 -s, -en, naam van planten die gekweekt worden wegens de eetbare wortels; peen: we eten ~tjes vanmiddag
4 -s (rekenk) het getal dat men krijgt door een gegeven getal in een bep. aantal gelijke factoren te ontbinden: de ~ van 64 is 8
5 -s (in het mv) afstamming, herkomst

Wortel (ensie.nl/synoniemen/wortel) – niet-geleed, bladloos deel van een vaatplant, dat meestal in de grond naar beneden groeit. Biologische vakterm: radix. Uit het embryo groeit de hoofdwortel. Een hoofdwortel zonder zijwortels wordt een paalwortel genoemd. Een dunne en fijn vertakte zijwortel heet een haarwortel. De bijwortel ontspringt uit de stengel of een tak; bevindt deze zich in de lucht, dan heet hij een luchtwortel. Luchtwortels die, zoals bij de mangrove, de stam dragen, heten steltwortels. Een klimplant hecht zich met zijn luchtwortels vast: de hechtwortel. Uit een zuurstofarme bodem rijst een ademwortel op om zuurstof aan te voeren; biologische term: pneumatofoor. Een variëteit van het raapzaad (Brassica rapa) heeft een vlezige wortel; deze wordt een knol genoemd. De eetbare wortel van de peen heet eveneens een peen.


VoCab extra