Stuiterende knikkers (28 sept. 2020)

We staan niet verbijsterd stil met zijn allen,
maar blijven onverminderd ons ding doen, bijna als robotten.
We weten dat het twee over twaalf is, kwart over, half een,
en elke dag weer meer veel te laat.
Hoe kun je nog opgewekt en positief blijven.

Hoe kun je nog klagen over gebrek aan vrijheid (dwz hier in Nederland).
Hoe kun je nog ‘economie’ zeggen überhaupt en sowieso.

En, trouwens, hoe kan je nog kwaad worden op tweeduizend
samenklittende voetbalgekken die niet wezenlijk van de grond komen
met al hun gespring en armgefladder.
Waarbij ik overigens, naar de beelden kijkend, vanaf de tiende seconde
niet meer denk aan mensen, meer aan opspattende regendruppels
of stuiterende knikkers, levenloos dynamisch.

En waarom nog kwaad worden over de ‘involvement’ van een minister president met ‘influencers’, — platdenkende pannekoeken,
om via hen — betaald, ook nog — een ‘boodschap’ onder het volk te brengen.
Platdenkende pannekoeken een podium geven in de nieuwsmedia, een gotspe, (maar kwaad worden? Nee).
Hebben ze niet al genoeg podium, op plaatsen waar wij graag niet komen.

‘De hele samenleving is (…) ingericht op (…) lineair denken. “We blijven geloven dat we een verstoord klimaatevenwicht vrij eenvoudig kunnen herstellen, door bomen te planten of iets dergelijks.”‘
‘Dat gaat inderdaad niet, (…). “Het ijskaponderzoek laat zien dat je het oorspronkelijk evenwicht alleen terugkrijgt als je de temperatuur nog veel verder zou laten dalen dan hij is gestegen.”‘
(NRC, 26 & 27 september 2020, Vooraan, p.2&3)

Alles hangt met alles samen,
klimaat en corona bijvoorbeeld (?)

In de wereld van nu wordt complotdenken langzaamaan een logische logica,
want dat het volk (?), plebs (?), de meute (?) belazerd en vergiftigd wordt, — immers, 
dat wordt ons keer op keer ingewreven,
via degelijke journalistieke televisieprogramma’s,
en doortimmerde kranten- en tijdschriftartikelen.

Boosaardige krachten, mannen, en vrouwen met kwade wil
die handig macht naar zich toetrekken, en willens en wetens
mensen als ossen, dommekrachten en robots voor hun karren spannen.
Zij verkopen hun ideeën verpakt in ‘mooie’ taal,
maar schuldige taal.

Jan van Drommelen (28 september 2020)


ProSa  /  Teksten