Natuurhuisje in Oost-Duitsland


Het stinkt in het natuurhuisje dat zij voor een week huurden. Een weeïge pis of putlucht hangt in alle kamers, – drie: keuken, woonkamer en slaapkamer, en ook in de badkamer.

De hitte overdag is schier ondraaglijk, de natteboltemperatuur welhaast dodelijk.
 Het huisje ligt in het bos op luttele meters, pakweg twintig, van een relatief veel bereden tweebaansweg. Per en Pørni vinden dat vreemd, een natuurhuisje waar de stilte wordt verstoord door in golven aanzwellend en wegstervend geluid van voorbij zoevende vier, zes, twaalf, achttienwielers. Zij dachten dat bij natuurhuisje stilte hoorde. Er is meer.

Op nog geen tien stappen bevindt zich een ander ‘natuurhuisje’ dat bewoond wordt door een norse man alleen, die net doet alsof zij niet bestaan, en dan ‘s avonds om tien uur, terwijl Per en Pørni van tapas, een biertje en een likeurtje genietend op het terras voor het huis zitten te converseren in de zinderende natte nachthitte, bij wijze van kennismaking en groet, een rolluik met vaart omhoog trekt en met een lichtknop speelt, aan en uit, aan en uit, en vervolgens het rolluik met vaart omlaag laat ratelen. Maar Per en Pørni zaten gemoedelijk wat te babbelen en lieten zich niet verjagen. Er is meer.

Na drie dagen voelen Per en Pørni zich nog niet op hun gemak. De kitscherige inrichting van het huisje bezorgt hun een aan claustrofobie grenzend gevoel. Overal plastic planten, als lelijk ervaren kasten, smakeloos decoratief behang, burgerlijke, gehaakte grof plooiende gordijnen met grote lelijke ringen aan roeden, slechte kwaliteit landschapsfoto’s, verbeeldingsarme zelf geschilderde schilderijtjes, wansmakelijke prullaria op planken, aan haken in de muur, zoals keramische, niet van nut zijnde potjes en kruikjes. In onaantrekkelijke kleuren. Een veelheid aan als smakeloos ervaren meubels vullen de ruimte in voorkamer en onpraktisch ingerichte keuken: een ongemakkelijk zittende, de halve woonkamer vullende zitbank van zwartachtig skai (nepleer), een met viezige stof beklede L-vormige zithoek in de keuken, aangevuld met een stoel en een metersbrede lege kast, die de bewegingsruimte inperken, zodat men elkaar voortdurend voor de voeten loopt en op elkaars tenen staat.

  pagina 1

Zo kon het gebeuren dat Pørni kort na aankomst in het huisje in het nauwe keukentje vol op het voetje van hond Arie ging staan die zich tussen hen in had gewrongen, bescherming zoekend bij zijn baasjes uit angst voor ‘wat nu weer’, na het voor hem onbegrijpelijke en stressvolle urenlange toeren in een deinende en schokkende kooi over van hitte zinderende wegen tussen kisten, koffers, tassen en zakken. In een ongewild reflex veerde Arie omhoog, opende zijn kaken en sloeg ze dicht, als bij het roepen van ‘au’. Alleen zat Pørni’s hand tussen zijn kaken. Dat was niet de bedoeling natuurlijk, maar de beet was fors en uit vier inslaggaten bloedde het als een varken. Per verbond Pørni’s hand met paraffinegaas en hechtpleister. Daarna gingen zij uit eten, inclusief hun lieve Arie. Ze vonden een restaurant dat onderdeel van een boerderij is. Er liep een hond los, dus Arie, die niet zo sociaal is naar andere honden en vreemden, kon niet uit de auto, maar ze mochten de auto parkeren naast hun tafel op het terras buiten, waardoor Arie ze kon zien en zij hem. De vrouw die hen bediende en met wie zij een gesprekje voerden raadde hen aan nog diezelfde avond naar de spoedeisende hulppost van het ziekenhuis in het nabijgelegen stadje te gaan. Ze vertelde het verhaal van de beet aan de eigenares van het restaurant die ook de kok was. Namens de chef kwam de vrouw hen toen andermaal aanraden om toch vooral naar het ziekenhuis te gaan. Dat deden ze. Uit beleefdheid, want het advies klonk als een verplichting. Als ze nu gingen waren ze waarschijnlijk snel aan de beurt, beweerde de vrouw, terwijl als ze morgen pas gingen werd het eindeloos wachten.
 Ze waren de enigen op de spoedeisende hulppost. En nog duurde het een tijd voordat Pørni’s hand door een verpleegster werd ontdaan van het door Per aangelegde bebloede verband, waarna de dokter, een gebochelde dwerg, de wond inspecteerde, en haar een tetanusinjectie werd toegediend door de verpleegster en zij naar huis konden. Eraan voorafgaand moesten ze door een soort van bureaucratische molen waaraan drie personen deelnamen, een blinde, een dove en een die half blind en half doof was, die elkaar bijstonden bij het klaren

  pagina 2

van de moeilijke klus, het vergaren en verwerken van informatie in een computer over de door haar eigen hond gebeten, gewonde buitenlandse persoon. Een van de drie bij de intakebalie was de verpleegster die later de gebochelde arts bijstond. De wondjes waren niet verontrustend van aard vond de dokter. Maar aangezien Pørni in geen tien jaar een tetanus prik had gekregen, kon het geen kwaad om haar er een te geven.

Na de hitte van de eerste dagen, is het sinds gisteren koeler, maar de stank in huis is vrijwel permanent. Morgen is het feest over, zitten de zeventien dagen vakantie erop en wordt huiswaarts gereden in de asfaltvlo 13-SL-VL (13-Snel-en-Vlug).

Per zit in de keuken, in gezelschap van hond Arie, Pørni daarentegen zit, om elkaar niet te storen met irritant gerikketik op tablet en laptop, op het terras buiten onder het neergelaten zonnescherm, met uitzicht op gras, bomen en struiken.
 Per in de stank in het bedompte keukentje, Pørni in de koelte van haar omringend groen.

  pagina 3

Bjel Hardegodt (22 augustus 2023)


(1) Bloeden als een varken
Spreekwoorden met varken

Onder voorbehoud van verschrijvingen, typefouten, en dies meer.