Vier dagen gewandeld in Brabant, met een flinke rugzak op. ’s Nachts wild geslapen in de vrije natuur (eigendom van Staatsbosbeheer of privé-eigendom). Wat hield ik over aan mijn sportieve uitstapje? Jeukende bultjes op dijen en armen, in knie- en elleboogholten, rond liezen en oksels. Vandaag, dankzij Azaronzalf, is de jeuk minder. Maar vannacht heb ik me uren liggen krabben als een schurftige hond. Nog te middernacht dreef de jeuk me mijn bed uit voor nog een douche en heb ik lakens en slopen ververst. Ik wil het niet hebben over de beukende hoofdpijn en de braakneigingen die mijn gestel sinds vanochtend ondermijnen.
Een schijnbaar normaal wandelingetje door bos en over heide. Dat me gaandeweg het gevoel gaf van een anachronistischeanachronisme: iets dat niet meer past in de omstandigheid van het ogenblik; een vergissing m.b.t. tot de tijdrekening. anamorfoseanamorfose: 1) vertekende afbeelding 2) drogbeeld 3) gedaantevervorming 4) gedaantevorming op kruistochtkruistocht: energiek gepropageerde actie tegen wat als iets verkeerds wordt beschouwd. Uitputting en vervuiling maakten mij het in toenemende mate ongemakkelijk, bezorgden me de lust de onderneming voor gezien te houden.
Geen wandelaar ben ik tegengekomen behalve mijzelf: op bos- en zandpaden leek het als was de hele wereld van mij. Maar ik voelde me benadeeld op drukbereden fietspaden. Als ongerijmdheid kwam ik me voor langs autowegen.
Over de wijze waarop anderen mij tegemoet traden, met name in België, valt niets aan te merken. Waar ik ook ging werd ik vriendelijk gegroet, welwillend bekeken, soms met enige verwondering, ook met bewondering, en men richtte zich graag tot mij met een praatje, een man op een fiets stopte zelfs speciaal om mij snoepjes te geven. Nooit was ik er voorwerp van spot, meewarige blikken, jouwende kinderen. “Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, het gaat goed, het gaat steeds beter.. en’wéér een kilometer”, scandeerde een groepje vrolijke welpen bij mijn nadering. In Nederland was dat anders, daar overheerste, naar het mij voorkwam, vaak wantrouwen.
Waarom past de zwaarbepakte wandelaarDe Vagant, Zwerver, de vrijheidslievende Lange Afstand Wandelaar niet in onze landstreek? Vanwege zijn verstofte voorkomen, zijn te zware last? Is het omdat hij voor zijn plezier loopt te sjouwen als een koelie koelie: (in de tropen) gehuurde, inlandse arbeider, dagloner, sjouwer, m.n. voor de fabrieken, plantages, mijnen, enz.; loonslaaf; stommeling, rondtrekt als een vagebond: in ledigheid, vagebonderend zonder vaste woonplaats, een spotterspotter: iemand die overal de draak mee steekt; ironisch persoon; satiricus; sarcast wellicht, die het uitspansel tot dak neemt, het vrije veld tot logies, het verbod trotserend? Ik was op zoek naar water, naar gezonde natuur. De mens verhoetelt verhoetelen: bederven, kreuken, bemorsen al wat men hem in handen geeft. De natuur wordt op verachtelijke wijze tot voorwerp van handel voorwerp van handel: door de mens, die haar vrijheden verkwanselde, ten koste van een zuiver leven…. Drinkbaar water is enkel verkrijgbaar tegen een hoge prijs. Vrij water, water zonder gifstoffen, dat zo door de dorstige zwerver uit beek, rivier, plas, meer, ven kan worden geschept met komvormig saamgevoegde handen, aan de mond gezet, opgeslorpt, waar vindt je dat nog? Wie zal het wagen uit Dommel, Beerze, of Reusel een slokje te nemen of zich met hun water het gezicht te wassen of zelfs de handen? Ik niet. In een restaurant in Lage Mierde mag ik mijn lege Spafles niet met het water uit de kraan vullen.
In Middelbeers op het centrale plein tref ik tot mijn verbazing, maar ook tot mijn genoegen, een pomp aan, in een bakstenen omhulsel, met een grote anderhalf meter lange pompzwengel. Is dit soms een niet-werkend reliek, symbolisch overblijfsel van iets waaraan waarde werd toegekend maar dat uitstierf, doordat de mens het bedierf?
Ik beweeg de pomparm, en er komt water uit de pomp. Ik schrik een beetje en deins een halve stap terug. Maar vul dan mijn Spaflessen met het pompwater.
Op het pleintje bij de pomp staan bankjes en er zitten mensen op. Niemand komt echter naar de pomp voor water. Allemaal drinken ze uit plastic flesjes of aluminium blikjes chemische produkten. Flesjes en blikjes worden later onachtzaam op de grond gegooid.
En terwijl het water uit de pomp gratis is, drinken mensen op terrasjes een glaasje Sourcy of Spa, lekker bronwater, dat enkele guldens kost voor een paar slokjes.
Er zijn landen waar je niet aan een tafeltje in een restaurant kan gaan zitten zonder dat men direct een grote kan kraanwater op tafel zet en een drinkglas, om je te verwelkomen. Dat is bij ons toch heel anders: een glas kraanwater wordt ongaarne verstrekt, bijvoorbeeld bij de koffie die je bestelde, en soms zelfs botweg geweigerd door een beleefdheid spelende ober of serveerster.
Wasbekkens in cafés zijn tegenwoordig zo klein, dat je veldfles er niet meer onder kan, en zeker geen anderhalve liter Spafles. Ik vind dat bij water hoort dat het overal kosteloos verkrijgbaar is. Maar er wordt aan geprutst. En er wordt mee geknoeid, zoals dagelijks op grote schaal met de hele natuur. En uiteindelijk wordt het de consument als koopwaar door de strot geduwd.
Voor de natuur is schoon water onontbeerlijk, en ook voor de uit de natuur verbannen en zijn band met haar herstellen willende vrije wandelaar.
De natuur moet vrij(1) zijn en vrij toegankelijk. Zij leeft gevangen binnen enkele kilometers getto, natuurreservaten geheten. En ook de vrije wandelaar en natuurliefhebber is een gevangene, in het getto buiten dat van de reservaten, waar eindeloze kilometers prikkel- en schrikdraad en verbodsborden en regels zijn bewegingsvrijheid inperken, zo is mij gebleken tijdens de vier dagen dat ik wandelde van Sint Michielsgestel naar Lichtaart in België.
Ana Morfoso (28 juli 1996)
(1) vrij: over zichzelf naar eigen goeddunken kunnende beschikken. Maar de natuur zal vanaf nu altijd een gekunstelde blijven, zo lang de mens haar grenzen bepaalt en haar belaagt. De natuur is in het laboratorium verdwenen en zal daar nooit meer uitkomen, tot de ondergang van de mens. Het leven in natuurreservaten wordt gecontroleerd door mensen, weliswaar omwille van haar behoud, – maar wie gelooft er niet dat dat een onzinnige stellingname is. De mens kan de natuur haar vrijheid niet eens meer teruggeven, al zou hij dat willen. Hij kan zich niet meer ontdoen van de macht die hij bezit. De mens zal zichzelf nooit minder macht toestaan. Hoe zou hij dat moeten doen?
Onder voorbehoud van verschrijvingen, typefouten, en dies meer.