Beste Leha en Günter,
Hoe gaat het met jullie? Ook in Nederland is het heet? ‘Europa lijdt onder de hittegolf’, lees ik. In Zuid-Europese landen woeden grootschalige bosbranden. Hier wordt het vandaag 33 graden Celsius (en dat is dan in de schaduw).
Eergisteren, 13 augustus, is het ons gelukt om Auschwitz te bezoeken. Voor de beloning staan we anderhalf uur in de bloedhete zon. Maar dat is niet veel vergeleken met wat de gevangen in Auschwitz dagelijks ondergingen, twee maal twee uur hongerig, uitgeput, ziek op appel staan gehuld in lompen, bij hitte, vrieskou en in de regen.
Mailai heeft mij veel verteld over het reilen en zeilen in concentratiekampen en gaf mij het boek Eindstation Auschwitz, dat ik zonder moeite las. Van psychiater Eddy de wind. Daar staat alles in, direct na de bevrijding in korte tijd neergepend. ‘Een belangrijk en uniek historisch document dat op aangrijpende wijze het lot van gevangenen in de vernietigingskampen in beeld brengt.’ (meulenhof.nl). Ook keken wij vele documentaires over WOII en het lot van de Onschuldigen, burgers uit heel Europa, meer dan twaalf miljoen door het regime van Hitler op huiveringwekkende wijze vermoord. Daarbij opgeteld alle soldaten die het leven lieten in het belang van de gestoorde ideeën van een kleine groep mannen, en de manipuleerbaarheid van de massa’s.
Ondanks dat we geen toegangskaarten hadden gereserveerd, is er overdag nog ruimte voor bezoekers zonder reservering. Wij komen in een rij te staan met 238 anderen. De rij doorkruist het pad voor bezoekers met gereserveerde plaatsbewijzen. Van tijd tot tijd worden door een Auschwitz medewerker de linten aan beide kanten van het pad geopend en mogen een aantal bezoekers zonder ticket het pad oversteken, richting ticketbalie, waarna de ‘hekken’ weer worden gesloten. Als we de oversteekplaats bereiken bezwijkt Mailai van de hitte. Het lukt haar tussen paaltjes door naar de schaduwrijke doorgang in het gebouw rechts van ons te strompelen. Dan gaat ze, wit weggetrokken, op de grond zitten. Een Auschwitz medewerker stevent op haar af, of Mailai ergens anders wil gaan crashen, ze zit op het pad en verspert de weg voor de mensen met vooraf bestelde tickets. Maar het pad is breed genoeg en Mailai verroert geen ‘vin’. Bijna gaat ze liggen. Ik sta in de rij van de groep mensen die net het pad heeft mogen oversteken en kan mijn plaats niet opgeven willen we nog Auschwitz binnenkomen, en twijfel wat te doen. Mailai is volledig van de kaart, en reageert niet op mijn roepen. Zij heeft de aandacht getrokken van drie bezorgde Auschwitz medewerkers. Uiteindelijk lukt het Mailai om op te staan met de steun van welwillende armen. Ze wordt begeleid naar een stoeltje in de schaduw van het gebouw een eindje links van mijn rij, en krijgt een fles water. Eindelijk ben ik aan de beurt. Ik moet twee kaartjes kopen voor een rondleiding in groepsverband met een Engelssprekende gids. Mailai ziet nog altijd bleek als ik me bij haar voeg, maar is opgetogen blij met de toegangsbewijzen. We moeten, net als op vliegvelden, door scanpoortjes, terwijl onze tassen in bakjes door de scanmachine rollen.
Om een lang verhaal kort te maken: we lopen in een colonne op elkaar botsende groepen met ieder een gids door een aantal van de barakken. Soms in twee richtingen: op smalle trappen. We krijgen de tijd niet om te bekijken waarover de goede vrouwelijke gids ons met prettige stem vertelt. Na twee barakken geef ik het op, bevrijd mijn oren van de koptelefoon en hang die om mijn nek, losgekoppeld van de bluetooth ontvanger in een van mijn broekzakken. Ik ga zitten op de trap van de barak tegenover die waarin mijn groep is verdwenen, die er later aan de zijkant weer uitkomt. Mailai roept mij, zodat ik het weet. Zo sjokken we weer verder. Eigenlijk voegt wat de gids vertelt niets toe aan wat ik weet. Mailai en ik hebben vele documentaires en films over de tijd dat ‘Zwarte mensen in Duitsland; burgers (niet-Joods) die beschuldigd worden van ongehoorzaamheid, verzet of partijdige activiteiten; homoseksuele mannen, biseksuele mannen en andere mannen die beschuldigd worden van homoseksualiteit in Duitsland; Jehova’s Getuigen; mensen met een beperking; Polen; politieke tegenstanders en andersdenkenden in Duitsland; Roma en andere mensen die denigrerend worden bestempeld als “zigeuners”; sociale buitenstaanders in Duitsland die denigrerend worden bestempeld als “asociaal” of “beroepscrimineel”; en Sovjet-krijgsgevangenen’ (encyclopedia.ushmm.org) door Hitler werden vervolgd, opgejaagd, opgesloten in getto’s, getransporteerd naar kampen en uiteindelijk vernietigd. We zijn gekomen om eigen indrukken op te doen, zonder inmenging. Dit is voor mij niet te doen. Overal in de barakken staan grote ventilatoren. Dat is mooi. Maar buiten in de schaduw van een paar grote bomen is het ook lekker. Er waait een licht, verfrissend briesje. De rondleiding bestaat uit twee delen. Ik ga niet mee naar deel twee: Auschwitz Birkenau, waarheen de groep inclusief Mailai vertrekt met gratis shuttlebus. Ik begeef mij naar de auto die ik in de schaduw van grote bomen zet. Onder de bomen in het gras nuttig ik wat van het meegebrachte brood, beleg, tomaatjes en komkommer en koffie.
Morgen, 14 augustus, zullen we weer Krakau bezoeken: het kantoor van Schindler, het op het fabrieksterrein gebouwde moderne kunstmuseum, het Monument Slachtoffers Joodse Getto Krakau (het plein met de stoelen); een stuk gettomuur.
Overmorgen, 15 augustus, staat in het teken van ons vertrek uit Laczany. We verkassen naar Belzec, naar het oosten, zo’n 20 km van de Oekraïense grens.
Rhett Trümmer

