Ochtendstond (1)

Iets over zeven glipt hij de deur uit
slaat rechtsaf naar de eerste kruising
en weer rechtsaf.
Hij loopt langs scheve
gedeukte hekken
en bergen grauw zand
de opengesneden
kapotte straat
brakheid ontbloot door grote
chirurgische klauwen
via pookjes
vanuit cabines
op graafmachines.

Met grof geweld
hydraulisch aangedreven
schrapen de klauwen
de huid van de straat
woelen door onderliggend vuil zand
op zoek naar roestig aangekoekte gaspijpen
rioleringsbuizen en dikke elektriciteitskabels.

Een chauffeur van zo’n stalen monster
kliefde eens, weken terug
met een klauw, een taaie
ondergrondse hoogspanningskabel.

Het was of hij op een mijn trapte.

Zijn kleren vlogen in brand
hij werd brandend en half dood
uit het innerlijk van het monster geblazen.

Per huilende ambulance werd hij
naar het Brandwondencentrum gescheurd.

Er wordt verteld
dat zijn revalidatie
nog jaren gaat duren.
Hij zal nooit meer
een monsterklauw bedienen.

Bij de hoofdstraat aangekomen
gaat de hond aan de lijn.
Er wordt naar links en naar rechts getuurd.

De straat is uitgestorven op dit duistere, vroege uur
de kust veilig en het baasje roept:
“Let’s go then”
tegen zijn Engelstalige viervoeter.

Beiden, hond en baasje draven kwiek
over het ratjetoe van keien, asfalt, tramrails,
straatmarkering en belijning.

Djemba Antonio Salvador Jesús i Ruiz de Sahagun (1 november 2019)


Baarsjesweg, De Baarsjes, Amsterdam (17-4-2022)


2019  /  Pœzie  /  Teksten