Ik (1) niet

ik voel me zo ongewoon
niet verbonden
met de wereld.
Heb ook geen band
met geld en luxe zaken.
Alleen ‘t betekenisloze
trekt mij.

Er is geen brug naar mij
van ‘t leven.
En uit elk treffen
vliedt bevreemding.

Kruipslak schuivend
door een baaierd
met ogen die licht zien
geen vaste vorm echter.

Een spoor van slijm latend
– zo bind ik chaos en schep er
eindeloos inert
(samen met Hem)
orde in.

Ik voel mij onvervaard nederig:
omdat ik ben
de nietig arme:
het moet zo zijn.

Vrede zij met mij
ik bezit niets
geen hang naar geld
have en goed.

Kédes Lillewej (oktober 2005)


2005  /  Pœzie  /  Teksten