Dagboekaantekeningen van 16 augustus 2018
Dharamsala, ook hier regent het alweer uren, dubbele pijpenstelen. Ze komen de kamers die ze huren in de verschillende hill stations met hun slagregens nog maar nauwelijks uit. Hij vindt dat oké, zij vindt maar zelden iets oké.
De manager van het Tourist Bungalow in Dalhousie is een blije man met grote ogen en een gulle lach, en die het leven fantastisch vindt. Zijn vrouw verblijft in hun huis in Chamba, de administratieve hoofdstad voor de Chamba vallei, waaronder Dalhousie valt. Een dochter woont bij hem in de Tourist Bungalow en gaat naar school in Dalhousie. Na dagen dat de regen niet ophoudt de aarde te geselen met dikke striemen water, en de ene na de andere aardverschuiving verschillende wegen rondom Dalhousie totaal versperden en zelfs delen van wegen mee de diepte in sleurden, klaart de lucht een avond op. Morgen mooi weer beweert de manager. Dat denk ik niet, antwoordt Rafagar, dit is een niet overtuigende voorspelling, ik wed dat het weer gaat regenen, en dan wel de hele rest van de avond nacht en ochtend. Ik doe mee, het blijft droog, geeft de manager te kennen, en geeft lachend een klap op de naar hem uitgestoken hand. Nee, het gaat weer regenen, zegt Rafagar en kijkt serieus. Ik zal deze weddenschap winnen en er met de beloning vandoor gaan, zegt de manager. Dat zullen we zien, morgenochtend.
De volgende dag is het nog altijd droog, een blauwe strakke zonnige lucht lacht hem vrolijk uit als hij zijn kamer uitkomt omdat het stil is buiten, het geklater van water op het gazon langs de met golfplaten schuin afgedekte veranda. Meteen ziet hij de manager die op hem afrent en hem uitbundig lachend kromgebogen van de pret begroet, nog in zijn pyjama, met een glas chai in de hand. Je hebt gewonnen en de prijs is helemaal van jou. Hij geeft de manager een klap op diens naar hem uitgestoken naar boven gekeerde handpalm en lacht, maar draait zich snel om, en verdwijnt in zijn kamer. Hij gaat verder met pakken. Als ze met de auto vertrekken is de lucht alweer bewolkt en ’s avonds in McLeod Ganj is het weer raak wat regen betreft.
— pagina 1 —
Met bakken komt het omlaag, wringt zich water door gaten in verroeste delen van het dak de randen van voorruit en zijruit en vormt zich een plasje water onder hun voeten.
De receptionist van de Tourist Bungalow in Dharamsala is een aparte diender, een keurig uitziende jongeman die zijn job heel serieus neemt, in de hoop op te kunnen stijgen in de rangorde van de Indiase bureaucratie. Het idee van de Tourist Bungalows stamt uit de tijd dat de Engelsen het in India voor het zeggen hadden. Behalve bezetters brachten zij een zekere voorspoed naar India, onderwijs, scholen, ziekenzorg, hospitalen, maakten zij het land toegankelijk door spoorwegen aan te leggen naar de verste uithoeken. Zij brachten een geheel nieuwe steil van leven naar India, met allerlei gemakken en een luxe die zij vooral voor zichzelf reserveerden. Vandaar ook de bungalows die zij overal bouwden op de onmogelijkste plekken, hoog in de tropische bergen, begroeid met vrijwel ondoordringbare jungle. En nog hoger in de met wouden van de himalayaceder, Cedrus deodora overdekte lage Himalaya. Oorden die zij bereikten na ongekende inspanningen te hebben geleverd. Ware expedities waren het waarbij vaak doden vielen aan de kant van het werkvolk, die een leven als van slaven kregen toebedeeld onder bikkelharde leefomstandigheden, slachtoffers van overmatige inspanning, als gevolg van de meedogenloze ontdekkingsdrang van de Britten. En dat om de hill stations te creëren, op waterrijke en relatief koude plekken, waarheen de Britten in de zomer vluchtten, om te kunnen ontsnappen aan de door hitte verzengde laaggelegen vlakten. Met hun hele hebben en houden, (have en goed), verdween het voltallige stadsbestuur, al zijn ambtenaren, inclusief de hele administratie, en papieren archieven, in bundels verpakt, in lange karavanen richting verademende hoogte. Mensen en objecten werden gedragen door honderden koelies, naar stations, van stations, geladen op trucks, over onverharde, hobbelige wegen, en aan het eind van een rit weer uit de trucks, ten slotte over meest onbegaanbare en steile bergpaden, wankele, schommelende en wiebelende loopbruggen, door diepe, snelstromende beken, stroompjes en rivieren, druipende wouden, modderpaadjes, gemeen prikkende planten en boosaardig bijtende insecten en bloedzuigende parasieten en het niet aflatende schier ondragelijke en tegelijkertijd honende getjirp van miljoenen krekels.
— pagina 2 —
Er is plaats in de Tourist Bungalow van Dharamsala voor de eerste nacht van hun aankomst. Ze hebben al drie uur rondgedoold door de straten van McLeod Ganj, op zoek naar een pension of goedkoop hotelletje, voordat ze de weg vanuit McLeod Ganj, ofwel Upper Dharamsala terug naar Lower Dharamsala ondernamen. Een acht tot tien kilometer lange afdaling, door hoge naar zoet hars riekende conifeerwouden en eeuwenoude fijnsparren, in het donker, de stromende regen en dichte mist. Daarvoor reden ze de lange tocht van Dalhousie naar McLeod Ganj. Over kronkelwegen, langs smalle en vrijwel loodrechte bergkammen, overdekt met dichte, altijd groene bossen van als pijlen omhoogschietende ceders met wortels als klauwen, die diep in het conglomeraat gesteente dringen en het zware rotsgesteente splijten en bijeen binden.
— pagina 3 —
Rafagar Lesegnes (9 augustus 2018)