Brief aan Maitea (26 december 2023)


Email:

Amsterdam, 26 december 2023.

Lieve Maitea,

Sorry, ik heb je op het verkeerde been gezet met Kiefer. Ik zei ‘mijn schuld’, daarmee bedoelde ik in positieve zin: een schuld die je graag draagt.

15.000 stappen, niet elke dag, maar mijn tweede persoonlijke record in acht maanden, met tellen begonnen in mei, na aanschaf nieuwe telefoon, een Oppo, Chinees dingetje, waar de spyware al inzit bij aanschaf, ha, ha, ik sta dan nu ook goed bekend bij de Guojia Anquanbu (国家安全部) van China.

Ik las laatst een heel artikel over een bedrijf in Bombardije dat spyware ontwikkelt en verkoopt, die zich in je telefoon nestelt, zonder dat je het weet (zero-click-protocol) en dan al je gangen nagaat en doorgeeft aan de eigenaar van de spy-app. Vooral journalisten zijn hier slachtoffer van. Ben jij soms ook wel eens bang dat er een kwaadaardige spion van Hakka Barbar (fabrikant van Bombardijse spyware. (red.)) afkomstig van de Bombardijse geheime dienst in je elektronische apparatuur zit, – non-binair persoon, woonachtig in Bombardije en samenwonend met een Bombardijse transgender partner, maar die geen Bombardijs paspoort wil en voor een krant in haar geboorteland voorpagina artikelen schrijft waaruit de geur van sympathie voor de in de klem zittende activistische oppositieleiders en activisten voor de mensenrechten en gebrutaliseerde en vervolgde demonstranten opstijgt.

Op zaterdag 16 december brak ik mijn oude record, de dag dat ik ’s ochtends corvee heb ‘sta op en hup, wandelen met de hond’, wekker gaat om half zeven af, en meteen zit ik rechtop op de rand van mijn bed rekoefeningen te doen, alleen voor de nek, duur 2 minuten. Het was de dag ook dat we het museum Achterdelinden bezochten. Dat hield in, met de hond naar de auto lopen, met auto en hond naar het museum tuffen in grosso modo een uur, bij het museum parkeren, met de hond een kleine ronde doen over het grasveld en door het bos bij het parkeerterrein, en zonder hond (achtergelaten in de auto) langzaam over het lange pad naar het museum kuieren, ons samen met een hele stoet bejaarden voor de kunstwerken staan vergapen, met zijn allen voetje voor voetje door het museum schuifelen, na ten slotte de koer te hebben bezocht terug naar de auto slenteren, dan een langere wandeling maken met de hond, door de duinen achter het museum. Dan naar huis karren en rond eenentwintig uur weer de straat op met de hond en door de buurt slenterenbenen, gaan, ijsberen, kuieren, marcheren, pikkelen, schrijden, slenteren, stappen, stiefelen, treden, voortbewegen, wandelen, zich begeven., vrijwel altijd hetzelfde traject. Vandaar de veelheid aan stappen op die ene dag. Tegenwoordig heb ik een gemiddelde van zeven en een half duizend stappen per dag. Voor de operatie op zeventien oktober was mijn gemiddelde zes en een half duizend, met een krukje aan een touwtje op mijn rug, zodat ik altijd kon pauzeren: om de vijf minuten (ik zocht vaak een bankje op).

Over mijn familie wil ik het in mijn volgende mail nog hebben. Ik heb in wat archieven gesnuffeld en kwam erachter dat mijn grootmoeder van moeders kant, Johanna Elisabeth, acht en zestig jaar werd en niet zestig zoals ik eerder beweerde. Haar echtgenoot, Barend Hedericus was de zogenaamde NSB’er, voor wat het waard is. Kun je niet ook NSB’er zijn en toch niet groot kwaad uitvreten? Alleen lid zijn van de NSB is dat al een misdaad, als je er verder niks mee doet? Wie heeft mij het ooit verteld? Weet ik niet meer. Wat ik wel weet is dat mijn geheugen op dezelfde manier werkt als een zichzelf vernietigend werk van Tinguely. …

Mijn vader Geert werkte op een torpedobootjager van de Amerikaanse marine in de Caraïbische Zee, hij zou de oorlog ‘gevierd’ hebben, in de zin dat daar rond de Caraïben de oorlog niet zo’n vaart liep. Zijn boot had als basis de haven van Het Eiland. Na de oorlog is hij gaan werken op Het Eiland als onderwijzer en mijn moeder het hof blijven maken (per liefdesbrief). Zij was hem ook niet vergeten, ondanks haar flirtages met stoere ariërs met vaak blauwe ogen in uniform die in de straten van De Koog rondhingen en zorgden voor orde en veiligheid in de stad. Zij en Geert leerden elkaar kennen toen zij 16 was, hij was bevriend met haar broers Pjotr en André. Hij was drieëntwintig toen zij zestien was (1939). Eind 1946, of begin 1947 kwam hij naar De Koog, om op 21 januari met zijn geliefde Bêta, toen was zij drieëntwintig jaar, te trouwen. Kort daarna zijn ze naar Het Eiland gereisd en werd al gauw mijn oudste zus geboren. Op 7 september 1948 pas, dat is toch twee keer negen maanden later. Los daarvan, mijn moeder wilde eigenlijk niet meteen al aan de kinderen. Hoe ik dit allemaal nog weet verbaast me.

Even tot hier. Over twee dagen reizen we naar de Eifel voor negen dagen. Didi staat al een kist met proviand samen te stellen in de keuken, dingen die we nodig hebben voor het koken. Tussen Natuurpark Hoge Venen-Eifel en Nationalpark Eifel. Ik moet ook aan het werk.

Didi was twee nachten bij haar moeder, ik bij Wolfie, onze hond, thuis. Vandaag kwam zij terug. Morgen halen we het autootje van Mariken op (Aureliestraat, half uurtje lopen met de hond) en parkeren het alvast dichterbij op de Amikalegracht niet ver van de Ponnetjesweg en de Bredeslootbrug, ongeveer op de grens tussen parkeergebied de Haasjes (Mariken) en Oude-Buurt (wij). Behalve Didi waren er in St-Heiligesteld (Zuid-Holland), huis van haar moeder, haar moeder, haar zus Reinapura en diens vriend Zerp.

Leuk is dat, dat moeder en zoon gedoe. Nog een foto genomen?

Liefs, Deus

Koer valt onder ‘barbarismen’    ←terug
De term barbarisme wordt grosso modo in twee betekenissen gebruikt. In beide gevallen houdt de term een afkeuring in van de invloed uit een andere taal.
In de eerste opvatting slaat de term barbarisme op iedere ontlening uit een andere taal, waarvan het gebruik in strijd wordt geacht met het Standaardnederlands. Hieronder vallen dus ook bastaardwoorden als mirakel en vreemde woorden die direct overgenomen zijn uit de andere taal, zoals überhaupt.
 In de tweede opvatting is een barbarisme een als on-Nederlands beschouwde letterlijke vertaling (leenvertaling), zoals wolkenkrabber (skyscraper), of een uitbreiding van de betekenis met een betekenis die uit een andere taal is overgenomen, zoals bij zich realiseren. Deze definitie wordt in de meeste naslagwerken gehanteerd. Bij de overname of vertaling van zo’n woord of uitdrukking is de buitenlandse term dus direct van een Nederlandstalig ‘uiterlijk’ voorzien en is er niet gezocht naar een taalvorm die meer aansluit bij gebruikelijke woorden en formuleringen in de Nederlandse taal. Zonder de invloed van de andere taal zou het woord of de uitdrukking er niet zo uitgezien hebben. Zulke vertalingen of vernederlandsingen worden daarom vaak ‘strijdig met het Nederlandse taaleigen’ genoemd.

Onder voorbehoud van verschrijvingen, typefouten, en dies meer.