Brief aan Maitea (20 december 2023)


Email:

Amsterdam, 20 december 2023.

Lieve Maitea,

In antwoord op een eerdere mail: met mijn rug en het lopen gaat het goed, (zoals ik reeds aankondigde in mijn mail van twee november 2023 – Operatie, ziekenhuisverblijf en de gehakkelde aurelia). Alle pijn is weg, zowel de zenuwpijn in mijn benen en voeten, als de pijn in mijn heupgewricht en lage rug. Ik slik geen paracetamol meer (ooit 4.000 mg per dag). Op zestien december heb ik mijn eigen stappenrecord verbeterd. Het oude was 15.697 (juli dit jaar), het nieuwe 15.743. Maar, ouderdom blijft oprukken met legertjes ongemak. Wat volgt? Dementie?

Mijn moeder stierf op vierenzeventigjarige leeftijd aan dementie (cachexie?), zeven jaar na mijn vader, die op zijn vierenzeventigste stierf aan longkanker (drie pakjes sigaretten per dag. Hij dronk ook graag, was regelmatig zalig, tot verdriet van mijn moeder en zussen). Mijn tantes van vaders kant werden met gemak tachtig. Veel over mijn familie weet ik niet. Nog geen procent van wat er te weten valt.

Mijn grootvader van moederskant was NSB’er en overspelig met zijn secretaresse, zijn vrouw verhing zich in het trapgat op haar zestigste, of een en ander er mee te maken had, weet ik niet precies. Trapgat, grappig woord. Mijn NSB-grootvader heb ik schijnbaar één keer ontmoet in Nederland in 1960, maar hoe hij eruit ziet weet ik alleen van een foto. De andere grootouders heb ik ook nooit ontmoet.

Tijdens een verblijf met mijn moeder en mijn twee zussen in Nederland (1960, tien maanden), ik was negen, leerde ik mijn ooms van moederszijde kennen: Pjotr (Amsterdam, werkte voor een houtimporteur) en André (De Koog, huisarts), en hun echtgenotes (resp. Geertje en Els) en zoons (Eerrecht, Jo; Reinout en Ewald). Voorts maakte ik kennis met de zus van mijn vader, tante Heidi en haar man oom Helmut (Rink???) (makelaars in het rijke Drumsen).

De andere zus van mijn vader, Johanna van Wal-Hagen, had geen interesse in ons. Haar heb ik nooit ontmoet (misschien omdat mijn moeders vader een NSB’er was, dat zij niet met ons wilde omgaan?). Haar man, Gerrit van Wal (1905-1988), was president-directeur bij Multilever (1964-1975) (https://nl.wikipedia.org/wiki/vanwal). Zij bewoonden een villa aan de Amstel vlakbij Amsterdam. De villa is me ooit door iemand uit mijn familie aangewezen. Een aardig optrekje.

De moeder van mijn moeder, Johanna Elisabeth, getrouwd met Barend Hendricus, was van rijke komaf. De familie bezat panden in De Koog en was eigenaar van een internationaal houtimport bedrijf. Mijn moeder groeide op in een statig vier verdiepingen pand aan de Statieweg in De Koog. Toen wij in Nederland waren in 1960, werd het nog bewoond door haar broer André, zijn vrouw en hun twee zoons. Wij trokken tijdelijk bij hun in. Ik ging naar klas vijf, lagere school. Later verhuisden wij naar Bergen Noord-Holland (Mezenlaantje) voor een paar maanden. Ook daar ging ik naar school. Daarna namen we de boot terug naar Het Eiland. Yikes, what a bummer.

Mijn vader was het zwarte schaap van de familie, daarin ben ik hem gevolgd. Maar anders.

Een paar fotootjes dan maar. Afgelopen zaterdag, zestien december, bezochten wij het Museum Achterdelinden voor de tentoonstelling Bilderstreit van Anselm Kiefer. Moest van Didi. Mijn schuld. Ik wees haar op een recensie over de tentoonstelling in De Groene Amsterdammer. Mooi museum, prachtig gelegen tegen duinen aan, bossen, niet ver van de zee.

Even tot hier,
liefs, Deus

PS. Als je de cursor boven de foto’s stilzet, krijg je informatie over de foto te lezen.

Bijlage: De Groene Amsterdammer – Kunst & Cultuur – Anselm Kiefer – Koen Kleijn, 6 december 2023

 

Onder voorbehoud van verschrijvingen, typefouten, en dies meer.