Geachte Marijn van Lievenoogen

Correspondentie instanties/bedrijven  /  Brieven  /  Teksten


Amsterdam, 25 september 2022.

Geachte Marijn van Lievenoogen – Medewerker Contact Center Amsterdam

Naar aanleiding van uw mail dd 23 september 2022, Referentienummer 2022-6066069, waarin staat dat de gemeente Amsterdam de Depodogkastjes niet meer gaat bijvullen en zelfs weghalen, vraag ik me af of de hondenbezitters van Amsterdam hiervan voldoende op de hoogte zijn gesteld. Ikzelf wist het niet voordat ik u de vraag voorlegde en u mij uit de droom hielp. Hoeveel mensen stellen u de vraag. Veel, weinig?

Ik liep gedurende een dag of tien dagelijks langs de verschillende Depodog afgiftepunten in mijn buurt en trof ze altijd leeg aan. Gelukkig heb ik een voorraadje zakjes (die ik een tijd geleden kocht, toen de kastjes een periode eerder ook niet werden bijgevuld). Merkwaardig genoeg komt het definitieve lege-kastjes-tijdvak na een spanne van enkele weken van overvloed, waarin juist altijd (veel) zakjes in de kastjes zaten. De gemeente had waarschijnlijk besloten dat voor een bepaalde datum alle nog overgebleven zakjes het magazijn moesten hebben verlaten.

In de stad wonen zo’n 30.000 honden. Er waren altijd al hondeneigenaren die zelf zakjes kochten. Er zijn er ook een aantal die dat niet doen. En die niet weten dat de zakjes definitief niet meer worden geleverd. Een voorbeeld: ik zag een vrouw met een grote hond, die nadat deze gekakt had, de duchtige hoop stront van het beest gewoon liet liggen. Ik zei er iets van, waarop zei repliceerde dat er geen zakjes meer zaten in de Depodogkastjes. Ik raadde haar aan om zelf wat zakjes aan te schaffen via de handel-in-poepzakjes-voor-de-hond, totdat de gemeente de kastjes weer zou hebben bijgevuld, waarop ze zei dat ze toch hondenbelasting betaalde. Ik herinnerde haar eraan dat die belasting in 2016 in Amsterdam is afgeschaft. Op dit punt bemoeide een toevallige passant zich met het gesprek en maakte de vrouw met de hond en de niet opgeraapte stront uit voor asociaal, waarop de vrouw tegen de passant zei dat ze passant niet mooi vond, waarop passant zei dat ze de vrouw ook verre van aantrekkelijk vond. Het werd mij allemaal een beetje te leuk (het begon te lijken op sommige Kamerdebatten), dus ik liep verder met mijn hond. De passant bood de vrouw evengoed een poepzakje aan. Dat was dan weer aardig van de passant. De vrouw met de hond kon het zakje moeilijk weigeren, waarna ze de stront van haar hond alsnog, zei het met tegenzin, van de stoep scoopte. ‘Wel ook nog even een knoop leggen in het zakje’, hoorde ik de passant nog wat betuttelend naar de vrouw roepen, maar daar ging de vrouw niet op in.

Meer en meer mensen laten de stront van hun hond maar liggen, valt mij op, zij doen dat waarschijnlijk uit recalcitrantie, omdat ze gewend zijn aan gratis zakjes en niet op de hoogte zijn van de wijziging in het gemeentelijke zakjesbeleid. Zal deze trend zich voortzetten? Mijn advies is dat de gemeente (voordat zij de Depodogkastjes definitief verwijderd) stickers plakt op alle Depodogkastjes, met daarop het nieuws over het verdwijnen van de kastjes. Op de stickers zou ook nog eens, ten overvloede, kunnen staan dat men zakjes bij Depodog (depodog.nl) kan kopen – en wel heel veel zakjes voor heel weinig geld.

Mensen die de stront van hun hond niet opruimen doen dat om redenen net genoemd, anderen doen het uit gemakzucht, en weer anderen omdat de extra uitgave voor de zakjes drukt op hun toch al beperkte bestedingsbudget. (Over die laatste groep maak ik mij zorgen.) En er zijn de mensen die gewoon lak hebben aan de last die ze met hun gedrag anderen bezorgen, en de stront van hun hond altijd laten liggen. Ooit betrapte ik een deftig uitziend heertje (met schoenen van rond de 250 euro – van Bommel, Magnani?) van wie de hond half onder een struikje langs het pad zat te kakken. Nadat de hond was uitgekakt liep de heer zonder omkijken verder, de hond achter hem aan. Ik wees hem terecht met de woorden dat het toch netter zou zijn, een heer van stand waardig, indien hij de stront (‘die zoals bekend veel ziekteverwekkers bevat’) van zijn hond zou opruimen, waarop hij, nog steeds weglopend, met een bekakt accent antwoordde ‘nee, dat ga ik niet doen’. Ik riep nog, ‘nou, dat is verre van fraai’. Maar daar ging hij niet meer op in.

Ik vond het een goede regeling – die gratis zakjes. Wat ik er mooi aan vond was dat de hondenbelasting werd afgeschaft en dat de gemeente de hondeneigenaren nog eens extra beloonde met gratis zakjes. Ik vind dat omkeren van werelden altijd aantrekkelijk.

Misschien had de gemeente nooit gratis zakjes moeten verstrekken, en in plaats daarvan tegen de hondeneigenaren moeten zeggen, ‘je betaalt vanaf nu (2016) geen belasting meer voor je hond, maar zorg potdomme wel dat je de stront van je hond opruimt, met zakjes die je zelf koopt, je wilt toch niet terug naar de toestand ooit, al weer een hele tijd geleden, dat de stoep bezaaid lag met hondendrollen en je wekelijks wel een keer of drie vloekend de stront van je schoenzoelen stond te vegen, te peuteren, te schrapen, te krabben. Iedereen zal zich dat nog herinneren. En ook de stank die de hondenpoep met zich meebracht. Om van hondenpies maar te zwijgen. Dagelijks spuiten 30.000 territoriumbeluste honden, groot en klein, hun zeik over dezelfde struiken en planten, in geveltuintjes en parken, tegen autowielen, motorhoezen, en lantaarnpalen, elektriciteits- en schakelkasten, tegen deuren en muren van huizen, noem maar op. Denkt u daar eens over na, aan de schade die planten en muren en het metaal van lantaarnpalen en kasten daarvan ondervinden. Let u daar eens op, dan ziet u het vanzelf’.

Ik, schrijver van deze brief, hoop oprecht dat alle hondeneigenaren, net als ik, begrijpen dat de tijd is gekomen dat ze, voorgoed, zelf hun zakjes moeten kopen (na een overgangsregeling van 6 jaar, misschien wel langer, waarin de zakje helemaal gratis door de gemeente werden gefourneerd).

Dankzij de gratis zakjes hoefde je op straat niet de hele tijd op je hoede te zijn. Dat wordt nu weer anders. De mondigheid van burgers is enorm toegenomen. En dus zullen mondige niet-hondenbezitters dit keer waarschijnlijk geen genoegen nemen met – al even mondige – hondeneigenaren die de stront van hun hond domweg laten liggen. Ik verwacht een hoop ontevredenheid en verbale agressie en vrees dat zelfs fysieke confrontaties tussen de kampen niet zal uitblijven. (Het conflict zal de geschiedenis ingaan als ‘De strontemmer rammelaars en strontgooiers twisten’. Helaas zullen hondenbezitters zoals ik die wel altijd en overal de stront van hun hond opruimen, zelfs in het bos en op het strand en ‘op de maan’ de dupe worden omdat zij niet direct herkend zullen worden als de ‘goede’ hondenbezitter. Vandaar de pochet die ik in het borstzakje van mijn colbertje stak (zie bijgevoegde foto Depodog-pochet). Daarmee hoop ik mij te onderscheiden van de ‘ondeugdelijke’ hondenbezitters en door de niet-hondenbezitters te worden herkend als ‘de goede’. U snapt wat ik bedoel. U hoeft niet te reageren, maar ik hoop dat u een beetje hebt kunnen lachen om mijn brief.

Met vriendelijke groet,
Tjeerd Trompetter

Andere bijgevoegde foto:
– Zelfs-in-het-bos
– Zelfs-op-het-strand

Onder voorbehoud van verschrijvingen, typefouten, en dies meer.


Correspondentie instanties/bedrijven  /  Brieven  /  Teksten