De kletsende klasse – 3


In een artikel uit 2016 van Peter de Waard(1) wordt het Engelse chattering classes net als bij Beatrijs Ritsema vertaald met ‘kletsende klasse‘. Volgens de Waard is de (Engelse) term bedacht door journalist Auberon Waugh. In welk jaar wordt niet duidelijk.
 In dezelfde bron lees ik dat het voor het eerst gebruikt is door de Britse rechtse polemist Frank Johnson in 1980(2). Voor het eerst gebruikt (bedacht?) door Johnson (1980), maar geclaimd door Auberon Waugh zonder een datum te noemen? Hoe zit het precies?
 In een andere bron lees ik dat de vermeende klasse al bestond in het verre verleden: The Catholic Church has been blessed and cursed by such a class since at least the days of the Medici, (…).(3)
 De Waard geeft de volgende Nederlandse invulling aan de term: ‘Hij (Waugh, red.) verstond onder chattering classes het politiek geïnterresseerde hoog opgeleide deel van de stadse mediaklasse dat zich bezighoudt met het spuien van meningen in plaats van het achterhalen van feiten.’ De Waard baseert zich voor een deel op een uitspraak van T. Keane: (…) his sneering moniker for (the chattering classes:) the mostly educated, mostly informed portion of the population that often confuses gossip for fact.(4).
 Chattering classes, kletsende klasse is een spottende, snerende benaming voor een bepaalde groep mensen die gossip, roddel, verwarren met feit. Die groep bestaat uit de grootstedelijke elite, in Nederland woonachtig in de Amsterdamse grachtengordel, door de Waard de grachtengordelkliek genoemd(!). De Waard haalt flink uit naar leden van die groep en die er aan verwant zijn: Jort Kelder, Eva Jinek, BN’ers, politici en mediafiguren. In een latere alinea moet Jort Kelder het nogmaals ontgelden, naast Maarten van Rossum, Johan Derksen en Peter R. de Vries. De Waard vergelijkt ze met resp. Klukkluk, Pipo de Clown en Snuf en Snuitje, clowneske figuren. Weer een alinea verder worden ook vrouwen niet uitgezonderd, Hanneke Groenteman hoort er bij. Maar de meesten zijn mannen, zoals ook Humberto Tan, en Paul de Leeuw: ‘De kletsende klasse (…) is (…) toch vooral een hengstenbal’. In de laatste alinea gaat het alweer over dandy Kelder, als kletsende-klassecoryfee. De Telegraaf wordt genoemd, en Thierry Baudet en Geert Wilders.
 Interessant is de verwijzing naar de ‘zwijgende meerderheid’, die ook door Keane wordt genoemd: (de chattering classes) ‘prides itself on insider status as it makes decisions for the unheard majority.(5). Vrij vertaald: gaat de kletsende klasse prat op haar status van zogenaamd ingewijde en geeft zij een stem aan de zwijgende meerderheid. Bij de Waard is de kletsende klasse de tegenpool van wat vroeger de zwijgende meerderheid heette. Terwijl diezelfde zwijgende meerderheid door de komst van het internet veranderd is in een ‘scheldende klasse’ (PdW).
Jort Kelder door CASE = Cees Bastings Jort Kelder door CASE = Cees Bastings
In een later artikel in De Volkskrant (van hetzelfde jaar)(6) betitelt de Waard de kletsende klasse als ‘rechtse wijsneuzen, uit het ons-kent-ons establishment‘. Heer van stand Adriaan van Dis, (en natuurlijk weer, (red.)) het rijkeluismaatje Jort Kelder, en ook RTL-beursbabbelaar Mathijs Bouman, collega-kletshosts Charles Groenhuijzen en Rick Nieman, wat Telegraaf-spul en NRC-columnist Bas Heijne horen erbij. Een opmerkelijke verzameling, waaronder bekendheden met een lange staat van dienst als schrijver, presentator, journalist. Peter de Waard mag ze niet, hij heeft een hekel aan ze, dat is duidelijk. Zijn grootste aversie koestert hij tegen Jort Kelder: de personificatie van de kletsende klasse; zakenclown in bretels; clowneske figuur: Klukkluk; dandy; kletsende-klassecoryfee; rijkeluismaatje.
 De ‘kliek’ bestaat veelal uit rechtse lieden, de groep is klein, maar tegelijkertijd somt de Waard een flinke lijst personen op, waartoe ook personen die tot de liberale intelligentsia of intellectuele elite behoren(7).  Samengevat zijn het ‘Celebrities, die elkaar de bal toespelen’ en als een reizend circus door publiek en commercieel medialand trekken, van talkshow naar talkshow, en ‘de boel wel even politiek correct op willen jutten’ voor betere kijkcijfers. ‘(…) Hilversum (…) ooit drie keer de Volkskrant (…), is (…) nu drie keer De Telegraaf’, aldus de Waard.
Waar komt het bittere gevoel van de Waard vandaan dat hij koestert tegen de door hem samengestelde ‘zwarte lijst’ van personen die deel uitmaken van de kletsende klasse?
 Komt het door op argumenten gebaseerde afkeer van de ons-kent-ons talkshowhype en de ‘elkaar de bal toespelende’ zelfverlekkerde meningenspuiers in de massamedia of is het op emotionele afgunst gestoeld. Ik concludeer op beide. Als de Volkskrant veteraan is de Waard kwaad: op De Telegraaf (conservatief, populistisch, rechts, sensatiebelust) die er de oorzaak van is dat kwaliteitskrant de Volkskrant (‘veelzijdige berichtgeving met diepgang’), aan welke krant de Waard een deel van zijn leven wijdde en die hem een identiteit gaf, ‘drie keer’ door de Telegraaf is voorbijgestreefd in Media Park Hilversum en daar nu de toon zet. De Waard is een vurig De Telegraafbasher. Hetgeen hem op zijn beurt de hoon van het smakeloze Geen Stijl oplevert alsook van de rechtse De Dagelijkse Standaard. Emotioneel: ook al heeft de Waard met een leven lang noest werken een respectabele staat van dienst opgebouwd als journalist, columnist, redacteur en boekenschrijver, hij maakt geen deel uit van het rondtrekkende mediatalkshow-circus en het zich met ego, zelfingenomenheid en arrogantie bevlekkende arsenaal aan ‘artiesten’ en ‘clowns’. Het kan zijn dat hij dat bewust niet wil, het kan ook zijn dat hij net niet sexy genoeg is, wel goed, maar niet sexy. ’t Kan.
Peter de Waard - Good-but-not-sexystempel
Hoe rechts is de kletsende klasse vraag ik me tenslotte af. Hoe links de Waard, – richtten Auberon Waugh en Frank Johnson zich ook op de rechts georiënteerde deel van de goedgeïnformeerde en goedgebekte mediacelebrities met hun gepoederde smoeltjes. Of ligt de zaak anders, kan iedereen ertoe behoren, links, rechts, omhooggevallen ‘nieuwrijken’, noem maar op. Hierop wil ik nog een antwoord vinden (op naar deel 4). (Aan deel 4 wordt (nog niet) gewerkt.)
 
Vance van Kulle, met medewerking van M.A. de Kleine (15 oktober 2020), (laatst bijgewerkt 10 december 2024).

(1) De kletsende klasse, Peter de Waard, de Volkskrant, 24 februari 2016.
(2) The chattering classes is a generally derogatory term, coined by English journalist Auberon Waugh, often used by pundits (zie hieronder – pundit (red.)), and political commentators to refer to a politically active, socially concerned and highly educated section of the “metropolitan middle class”, especially those with political, media, and academic connections.
 United Kingdom. It is sometimes used to refer to a liberal elite (zie hieronder – liberal elite (red.)), but its first use by British right-wing polemicist Frank Johnson in 1980 appeared to include a wider range of pundits. Indeed, the term is used by people all across the political spectrum to refer to the journalists and political operatives (politici, en mensen die politiek iets te zeggen hebben (red.)) who see themselves as the arbiters of conventional wisdom (zie hieronder – conventional wisdom). (Chattering classes -Wikipedia)
A pundit is a person who offers to mass media their opinion or commentary on a particular subject area (most typically political analysis, the social sciences, technology or sport) on which they are knowledgeable (or can at least appear to be knowledgeable), or considered a scholar in said area. The term has been increasingly applied to popular media personalities. In certain cases, it may be used in a derogatory manner as well, as the political equivalent of ideologue. (Pundit – Wikipedia) (Ideologue = an adherent of an ideology, especially one who is uncompromising and dogmatic.)
A pundit is a well-known expert, someone whose opinions show up on television, online, or in the newspaper. Some TV news programs are nothing more than a bunch of pundits arguing about current events. [Sommige tv-nieuwsprogramma’s zijn niets meer dan een stel experts die ruzie maken over actuele gebeurtenissen. (red.)](vocabulary.com)
Liberal elite (also metropolitan elite or Islington set in the United Kingdom) is a stereotype of politically left-wing people whose education had traditionally opened the doors to affluence and power and who form a managerial elite. It is commonly invoked pejoratively, with the implication that the people who claim to support the rights of the working class are themselves members of the ruling classes and are therefore out of touch with the real needs of the people they claim to support and protect. (Liberal elite – Wikipedia)
Conventional wisdom. The conventional wisdom or received opinion is the body of ideas or explanations generally accepted by the public and/or by experts in a field. (Conventional wisdom – Wikipedia)
(3) The Catholic Church has been blessed and cursed by such a class since at least the days of the Medici, though for tech-savvy American Catholics the past two months have brought it newfound prominence through an unlikely conduit: social media. Defenders of the Faith – James T. Keane, Politics & Society, Americamagazine, November 2015.
(4) The English journalist Auberon Waugh is usually credited with coining the term “the chattering classes,” his sneering moniker for the mostly educated, mostly informed portion of the population that often confuses gossip for fact (…). Defenders of the Faith – James T. Keane, Politics & Society, Americamagazine, November 2015.
(5) (…) and prides itself on insider status as it makes decisions for the unheard majority. Defenders of the Faith – James T. Keane, Politics & Society, Americamagazine, November 2015.
(6) Moet de kletsende klasse niet worden vervangen. Peter de Waard, de Volkskrant, 11 november 2016.
(7) Intelligentsia (…) intellectuele elite van een land aan te duiden, een sociale klasse die zich bezighoudt met complexe geestelijke en creatieve arbeid gericht op de ontwikkeling, verspreiding en instandhouding van een cultuur, (…) (Intelligentsia – Wikipedia)

PETER DE WAARD
Peter de Waard schreef duizend necrologieën, John de Graaff, februari 2019.
Peter de Waard (1955, Heiloo) wordt in 1975 journalist. Na Het Noordhollands Dagblad en Het Parool volgt tien jaar later de overstap naar de Volkskrant. Voor die krant is hij onder meer zeven jaar correspondent in Londen. In die tijd wordt hij geraakt door het fenomeen ‘obituaries’, waarin elke Engelse krant gepaste aandacht besteedt aan bekende en minder-bekende overledenen. Terug in Nederland komt er in 2007 een vaste rubriek in zijn krant met de titel Het Eeuwige Leven. (Uitvaartmedia)
‘Order, order’, Peter de Waard, Patrick van IJzendoorn, mei 2020.
Peter de Waard (1955) was van 2000 tot 2007 correspondent voor de Volkskrant in Londen. Hij schreef onder meer de boeken Tony Blair (2007), Eigenzinnig Londen (2008) en Een eigenzinnig koninkrijk (2011). Hij maakte afgelopen jaren deel uit van het brexitpanel van het radioprogramma Met het Oog op Morgen en analyseerde de Brexitperikelen voor BNR Radio.
(Uitgeverij Prometheus)
Peter de Waard – Het eeuwige leven, Olaf Stomp, 5 oktober 2017.
(…) De rubriek in de Volkskrant heet Het eeuwige leven. Peter de Waard blikt daarin terug op het leven van een recent overleden minder bekende Nederlander. (…) (olafstomp.wordpress.com)

  De kletsende klasse  /  K’Commentaar  /  Teksten