De Dweil (23.12.17 / 15.12.19) → verhaal
Johan Derksen is een klootzak van het zuiverste water – Panorama – Jochem Davidse (13 okt. 2018)
(…) Ik vrees dat je die vraag aan de verkeerde stelt. Bij mij heeft het kunstje van Derksen namelijk nooit gewerkt. Sterker, als je het mij vraagt is Johan Derksen een klootzak van het zuiverste water. Dat heeft alles te maken met mijn eerste ontmoeting met hem, een jaar of acht geleden. “Bestaat dat kutblaadje nou nog steeds?” vroeg hij aan de telefoon toen ik hem namens Panorama benaderde voor een interview. Toen ik uiteindelijk tegenover hem zat in zijn kantoor op de redactie van Voetbal International in Gouda, en hem een ietwat cynische openingsvraag stelde (“Houdt u van voetbal?”) was zijn antwoord: “Als dit de toon wordt van het interview, dan stop ik er nu gelijk mee.” Gedurende het gesprek dreigde hij nog een paar keer met stoppen, maar uiteindelijk hielden we het zestig ongemakkelijke minuten met elkaar vol. Zestig ongemakkelijke minuten waarin ik mij continu afvroeg waar toch in godsnaam de fotograaf bleef met wie ik had afgesproken. Vijf minuten na ons gesprek arriveerde hij eindelijk.
Een onvoorziene horrorfile had zijn reis onwaarschijnlijk vertraagd, legde hij uit, maar zijn welgemeende excuses konden Derksen overduidelijk gestolen worden. “Schiet nou maar op met die foto,” snauwde hij. “Ik geef je twee minuten.” Ter vergelijking: in de jaren die volgden interviewde ik voor dit blad ook zijn Inside-tafelgenoten. Zo zat ik in de auto van Wilfred Genee op weg naar de fotoredactie keihard samen met de presentator en vol overgave met André Hazes mee te galmen. Hans Kraay jr., die zelf te laat was voor het interview, belde me vanuit de auto om zich uitgebreid te verontschuldigen voor de drie (!) minuten die hij volgens zijn navigatie vertraagd zou zijn, en René van der Gijp bood mij na ons gesprek ongevraagd een lift aan naar het dichtstbijzijnde station (“Je gaat toch niet op een bus staan wachten gek!”)
Johan Derksen is door de jaren heen een steeds lachwekkender karikatuur van zichzelf geworden. Het aandoenlijke is dat hij in zijn zelfverzonnen wijsheid en status is gaan geloven. Laten wij dat vooral níet doen. (…)
“Ik vind die man heel erg vies. Volgens mij stinkt hij ook heel erg. Dat gevoel heb ik altijd. Ik wil hem ook niet ontmoeten. Toen ze mij vanmiddag belden of ik hier wilde komen, zei ik: ‘Hij is er dan toch niet?’”, begon ze de uitzending.